Instrumentonderdelen
De NovaSeq X Series heeft een touchscreen-monitor, een statusbalk, een aan/uit-knop met aangrenzende USB-poorten en compartimenten voor verbruiksartikelen.

A. | Monitor met touchscreen — Maakt configuratie en installatie op het instrument mogelijk via de NovaSeq X Series Control Software (besturingssoftware) interface. Om de hoogte van de touchscreen‑monitor aan te passen, gebruikt u de knoppen aan de zijkant van de monitor. |
B. | Lade voor toetsenbord en muis — Uittrekbare lade voor het toetsenbord en de muis. Duw tegen de lade om deze te openen. |
C. | Statusbalk — De lichtkleur geeft aan wat de voortgang van de workflow in het systeem is. Blauw geeft het laden van verbruiksartikelen aan, blauw en paars geven controles voorafgaand aan de run aan en veelkleurig geeft sequencing aan. Constant rood geeft kritieke fouten aan. Rood en wit geven andere fouten aan. |
D. | USB 2.0-poorten (3) — Bieden toegang tot USB‑aansluitingen voor randapparatuur. |
E. | Aan/uit‑knop — Regelt de voeding van het instrument en geeft aan of het systeem aan staat (brandt), uit staat (brandt niet) of uit staat maar met wisselstroomvoeding (knippert). |
F. | Vloeistofcompartiment — Bevat reagens‑ en buffercartridges en flessen voor gebruikte reagentia. |

Aan de achterkant van het instrument bevinden zich de schakelaar en de ingang die de voeding van het instrument regelen, en twee ethernetpoorten voor een ethernetverbinding. Gebruik de USB 2.0‑poort om een UPS (onderbrekingsvrije voeding) aan te sluiten.
A. | Ethernetpoorten (2) — Kabelverbinding voor ethernet. |
B. | USB 2.0 port — USB‑aansluiting voor de UPS (onderbrekingsvrije voeding). |
C. | Tuimelschakelaar — Voor het in‑ of uitschakelen van het instrument. |
D. | Ingang voeding — Netsnoeraansluiting. |

Het stroomcelcompartiment bevat het stroomcelplatform, waarin zich links stroomcel A en rechts stroomcel B bevindt. Het compartiment bevindt zich achter de instrumentmonitor. Bij het laden van de stroomcel brengt de besturingssoftware de monitor automatisch omhoog.
Een optisch uitlijningsdoel dat op het stroomcelplatform is gemonteerd, diagnosticeert en corrigeert optische problemen. Wanneer de besturingssoftware daarom vraagt, lijnt het optische uitlijningsdoel het systeem opnieuw uit en past het de camerafocus aan om de sequencing‑resultaten te verbeteren.
De besturingssoftware regelt het openen en sluiten van de deur van het stroomcelcompartiment. De deur gaat automatisch open om een stroomcel te laden.
Het instrument bevat knelpunten. Bewegende onderdelen kunnen verbrijzelen of snijden. Blijf uit de buurt van de bewegende deur.
Na het laden sluit de software de deur van het compartiment, zet deze de stroomcel in positie, activeert de klemmen en dicht de vacuüm af. Sensoren controleren de aanwezigheid en de compatibiliteit van de stroomcel.

Voor het starten van een run is toegang tot het vloeistoffencompartiment vereist om de reagentia en buffer te laden en om de gebruikte reagensflesjes te legen. De twee deuren omsluiten het vloeistofcompartiment dat is verdeeld in twee gelijke zijden voor zijde A en zijde B.
Het luchtfilter bedekt de ventilator in de onderste lade aan de voorkant van het instrument. Houd de vloer schoon en de voorkant van het instrument vrij van obstakels om verstopping van het luchtfilter te voorkomen. Raadpleeg Voorbereiding van de locatie voor meer informatie over het plaatsen.
De laden hebben binnenverlichting die aangeeft wanneer de gebruikte cartridges en flessen moeten worden verwijderd. De lampjes gaan uit nadat de laden zijn gesloten.
De deuren van het instrument worden tijdens het uitvoeren of het instellen van de onderhoudswasbeurt automatisch ontgrendeld bij het laden van verbruiksartikelen voor sequencing of de wasbeurt. Wanneer het instrument geen sequencing uitvoert, kunt u de deuren van het instrument handmatig ontgrendelen om het luchtfilter te vervangen of om reagensafval te legen buiten het instellen van de run. Raadpleeg Het luchtfilter vervangen voor meer informatie.
A. | Lades voor reagentia — Bevatten de reagens‑ en buffercartridges. |
B. | Lade voor gebruikte reagentia — Bevat de grote en kleine flessen voor gebruikte reagentia. |
C. | Luchtfiltercompartiment — Geeft toegang tot het vervangbare luchtfilter. |

Het fluïdicasysteem is ontworpen om de reagentia van de reagenscartridge, die potentieel gevaarlijk zijn, naar de kleine fles voor gebruikte reagentia te leiden. Reagentia uit de buffercartridge worden naar de grote fles voor gebruikte reagentia geleid. Er kan echter kruisbesmetting tussen de gebruikte reagensstromen optreden. Ga er voor de veiligheid van uit dat beide flessen voor gebruikte reagentia potentieel gevaarlijke chemicaliën bevatten. Voor gedetailleerde chemische informatie raadpleegt u het veiligheidsinformatieblad (SDS) op support.illumina.com/sds.html.